OP ZOEK NAAR OTTERS VIA Edna
Actueel staan we aan de vooravond van de opmaak van een Soortenbeschermingsprogramma (SBP) voor de otter, een officieel overheidsinstrument in het kader van het Soortenbesluit.
Op basis hiervan zullen vele instanties, zowel privaat als vanuit de overheid, betrokken worden bij de verdere inspanningen die nodig zijn voor het herstel van de otterpopulatie in Vlaanderen. Daarnaartoe is nog een lange weg af te leggen – maar er zijn in het verleden ook reeds behoorlijk wat inspanningen geleverd. Veel van de aandachtspunten, zoals beschreven in de outline van het SBP, zijn inmiddels voldoende bekend. Het gaat dan onder meer om het verbeteren van de waterkwaliteit en het visbestand, het verminderen van de micropolluentenbelasting van vissen (als hoofdvoedsel van de otter), het ontsnipperen van habitats en het voorzien van voldoende rustplaatsen voor de otter. Door hun territoriale leefwijze leven otters in grote leefgebieden waar slechts enkele individuen aanwezig zijn. In bepaalde delen van een otterterritorium kan je soms wekenlang geen exemplaar aantreffen. Het vinden van otterspraints of pootafdrukken vergt daarom een behoorlijke dosis geluk. Het beschikbaar worden van cameravallen heeft in het voorbije decennium met zekerheid alle twijfel kunnen wegnemen over de aanwezigheid van otters in Vlaanderen. Maar deze methode is zeer arbeidsintensief en moet tijdens een lange tijdsperiode en op verschillende plaatsen ingezet worden. |
Foto © Weekly Technology Times
|
Nieuwe methode
Recent werd een veelbelovende techniek ontwikkeld binnen het zogenaamde eDNA-onderzoek (environmental DNA), waarbij een waterstaal wordt onderzocht op microscopisch kleine partikels afkomstig van otter.
De methode is gebaseerd op het feit dat alle in het water levende dieren DNA in het water achterlaten via hun uitwerpselen, huidcellen of urine. Door watermonsters te nemen en deze te analyseren op DNA, is het mogelijk de aanwezigheid van een soort in het water aan te tonen. Het inventariseren van otters kan lastig zijn. Zij hebben een verborgen bestaan en zijn met traditionele methoden moeilijk waar te nemen. Voor dergelijke soorten betekent environmental DNA een revolutionaire doorbraak bij het veldonderzoek. Het grote voordeel van environmental DNA is dat de methode veelal een veel hogere trefkans heeft dan traditionele inventarisatie technieken zoals cameravallen, het zoeken van otterspraints, pootafdrukken of verkeersslachtoffers... Het INBO (Instituut voor natuur- en bosonderzoek) ontwikkelde een protocol om via omgevings- of eDNA sporen de aanwezigheid van de Europese otter in rivieren, stromen, sloten of poelen te bepalen. We weten dat otters al enkele jaren in het Scheldebekken (waar de Antitankgracht bij hoort) leven. eDNA-screening van een groot aantal waterstalen uit dit gebied bevestigt dat. Deze resultaten tonen aan dat deze moleculaire methodiek kan helpen bij het detecteren van otters. Deze door het INBO ontwikkelde methode zal in de toekomst verder worden uitgerold voor de monitoring van otters binnen het soortenbeschermingsprogramma, dus ook in de Antitankgracht en aanleunende beken. |
Noordernieuws over SBP otter, 2 nov 2021
De otter in Vlaanderen
https://www.npostart.nl/VPWON_1325827
De otter; een legende keert terug
De otter als paraplusoort in Groenrand
Ter voorbereiding van het soortenbeschermingsprogramma otter werden op basis van een knelpuntenanalyse een aantal prioritaire verkeersknelpunten afgebakend.
Het betreft zowel knelpunten gelegen op het traject van de Antitankgracht als knelpunten gelegen op de verbindingsassen met aansluitende natuurgebieden.
Veel maatregelen die voor otter worden genomen komen dan ook ten goede aan tal van andere soorten.
We stellen daarom voor om te toetsen of er eventueel specifieke, aanvullende bijkomende maatregelen nodig zijn voor de boommarter.
Het betreft zowel knelpunten gelegen op het traject van de Antitankgracht als knelpunten gelegen op de verbindingsassen met aansluitende natuurgebieden.
Veel maatregelen die voor otter worden genomen komen dan ook ten goede aan tal van andere soorten.
We stellen daarom voor om te toetsen of er eventueel specifieke, aanvullende bijkomende maatregelen nodig zijn voor de boommarter.
Otter (Lutra lutra) © Yves Adams
'Soortenbeschermingsprogramma Otter' wordt goedgekeurd
Het soortenbeschermingsprogramma 'otter' wordt eind dit jaar goedgekeurd.
Zulk programma wordt door de minister vastgesteld en heeft een looptijd van 5 jaar.
Daarna kan het op basis van een evaluatie worden verdergezet, al dan niet met de nodige aanpassingen.
Een vastgesteld soortenbeschermingsprogramma is dus een officieel document en niet vrijblijvend.
De gemaakte afspraken binnen zo’n programma zijn beslist beleid en dus bindend.
Reeds begin 2019 gaf GroenRand via de pers het belang aan van dit otter-beschermingsprogramma.
Het actieprogramma 'otter' richt zich op het belangrijkste actueel gekende verspreidingsgebied voor otter in Vlaanderen: de Zeeschelde (figuur 1), met de Antitankgracht (figuur 2) als belangrijke verbinding met Nederlandse westelijke deelpopulaties.
De Antitankgracht vormt hierbij een belangrijke Noord-Zuid én Oost-West verbinding met zowel in het Westen (Opstalvallei, Ertbrand, Kalmthoutse Heide/Stapper/De Nol) als in het middengebied (Groot en Klein Schietveld, Inslag, maar ook het vliegveld van Malle plus omliggende privédomeinen, Schijnvallei, enz.) tot in het Oosten (Valleien van de Kleine en Grote Nete) potentiële leefgebieden.
De focus ligt voornamelijk op het wegwerken van prioritaire verkeersknelpunten (ontsnippering), het herstel van potentieel leefgebied (o.a. de waterkwaliteit) en het voorzien van voldoende stapstenen als schuil- en foerageerplaats.
Zulk programma wordt door de minister vastgesteld en heeft een looptijd van 5 jaar.
Daarna kan het op basis van een evaluatie worden verdergezet, al dan niet met de nodige aanpassingen.
Een vastgesteld soortenbeschermingsprogramma is dus een officieel document en niet vrijblijvend.
De gemaakte afspraken binnen zo’n programma zijn beslist beleid en dus bindend.
Reeds begin 2019 gaf GroenRand via de pers het belang aan van dit otter-beschermingsprogramma.
Het actieprogramma 'otter' richt zich op het belangrijkste actueel gekende verspreidingsgebied voor otter in Vlaanderen: de Zeeschelde (figuur 1), met de Antitankgracht (figuur 2) als belangrijke verbinding met Nederlandse westelijke deelpopulaties.
De Antitankgracht vormt hierbij een belangrijke Noord-Zuid én Oost-West verbinding met zowel in het Westen (Opstalvallei, Ertbrand, Kalmthoutse Heide/Stapper/De Nol) als in het middengebied (Groot en Klein Schietveld, Inslag, maar ook het vliegveld van Malle plus omliggende privédomeinen, Schijnvallei, enz.) tot in het Oosten (Valleien van de Kleine en Grote Nete) potentiële leefgebieden.
De focus ligt voornamelijk op het wegwerken van prioritaire verkeersknelpunten (ontsnippering), het herstel van potentieel leefgebied (o.a. de waterkwaliteit) en het voorzien van voldoende stapstenen als schuil- en foerageerplaats.
Veilige zones
Hoewel otters zeer schuw zijn en zich slechts uiterst zelden laten waarnemen, hebben zij een behoorlijk hoge tolerantie tegenover menselijke verstoring voor zover de nodige dekking en vluchtmogelijkheid voorhanden zijn.
Veruit de meeste recreatie vindt immers overdag plaats, terwijl otters in de regel ’s nachts actief zijn en zich overdag terugtrekken in veilige zones.
De aanwezigheid van dergelijke zones, ruimtelijk regelmatig gespreid, is daarom een belangrijke factor.
Het soortenbeschermingsprogramma moet daarom aandacht schenken aan deze schuilplaatsen.
Om deze strook te verbreden en te versterken kunnen we gelukkig rekenen op het aankoopbeleid van Natuurpunt en ANB.
Daarbij is het essentieel dat in deze zones de nodige rust kan gegarandeerd worden, en menselijke betreding er maximaal wordt beperkt.
De aankoopteller in Schilde begint serieus aan te dikken: 87,2 ha (natuurpunt) + 18 ha (ANB) = 105,2 ha.
ANB heeft van het OCMW Antwerpen naast het Drijhoeksbos 12 ha gekocht en particulier nog eens 6 ha.
Veruit de meeste recreatie vindt immers overdag plaats, terwijl otters in de regel ’s nachts actief zijn en zich overdag terugtrekken in veilige zones.
De aanwezigheid van dergelijke zones, ruimtelijk regelmatig gespreid, is daarom een belangrijke factor.
Het soortenbeschermingsprogramma moet daarom aandacht schenken aan deze schuilplaatsen.
Om deze strook te verbreden en te versterken kunnen we gelukkig rekenen op het aankoopbeleid van Natuurpunt en ANB.
Daarbij is het essentieel dat in deze zones de nodige rust kan gegarandeerd worden, en menselijke betreding er maximaal wordt beperkt.
De aankoopteller in Schilde begint serieus aan te dikken: 87,2 ha (natuurpunt) + 18 ha (ANB) = 105,2 ha.
ANB heeft van het OCMW Antwerpen naast het Drijhoeksbos 12 ha gekocht en particulier nog eens 6 ha.
Het Ertbrandbos, gelegen aan de Antitankgracht, is een natuurgebied van 90 ha in een uithoek van Kapellen.
Dit gebied werd reeds eerder aangekocht.
In het voorjaar van 2021 kon Natuurpunt de Koude Heide in Kapellen aankopen (36 ha) om het te beheren als natuurgebied.
Het terrein grenst aan de Heidestraat Noord, de Georges Spelierlaan en de Antitankgracht.
Het is een onderdeel van het domein Wolvenbos van de familie Kronacker en maakt deel uit van de ecologische verbinding tussen de Europees beschermde natuurkerngebieden Kalmthoutse heide en het Groot- en Klein Schietveld.
Dit gebied werd reeds eerder aangekocht.
In het voorjaar van 2021 kon Natuurpunt de Koude Heide in Kapellen aankopen (36 ha) om het te beheren als natuurgebied.
Het terrein grenst aan de Heidestraat Noord, de Georges Spelierlaan en de Antitankgracht.
Het is een onderdeel van het domein Wolvenbos van de familie Kronacker en maakt deel uit van de ecologische verbinding tussen de Europees beschermde natuurkerngebieden Kalmthoutse heide en het Groot- en Klein Schietveld.
Projectgebied
Het Antitankgracht-projectgebied omhelst de volledige Antitankgracht, vanaf de Opstalvallei en het Kanaaldok in Berendrecht tot en met de zwaaikom aan het Albertkanaal in Oelegem en het Groot Schijn tussen de Antitankgracht en het Albertkanaal.
Het omvat 33 km Antitankgracht en bijna 5 km Groot Schijn en heeft betrekking op de (deel)gemeenten Berendrecht, Stabroek, Kapellen, Brasschaat, Sint-Job, Brecht, Schoten, ’s Gravenwezel, Schilde en Oelegem.
De Antitankgracht werd hierbij onderverdeeld in 31 secties en het Groot Schijn in 3 secties.
Voor elke sectie werd een fiche opgemaakt met daarin een fysische beschrijving van de locatie en nadere informatie over opportuniteiten, mogelijke gevaren en een waardering in termen van waterkwaliteit en oeverstructuur.
De Otter wordt beschouwd als paraplusoort, veel maatregelen die voor otter worden genomen komen dan ook ten goede aan tal van andere soorten, waaronder zeker ook boommarters.
Het omvat 33 km Antitankgracht en bijna 5 km Groot Schijn en heeft betrekking op de (deel)gemeenten Berendrecht, Stabroek, Kapellen, Brasschaat, Sint-Job, Brecht, Schoten, ’s Gravenwezel, Schilde en Oelegem.
De Antitankgracht werd hierbij onderverdeeld in 31 secties en het Groot Schijn in 3 secties.
Voor elke sectie werd een fiche opgemaakt met daarin een fysische beschrijving van de locatie en nadere informatie over opportuniteiten, mogelijke gevaren en een waardering in termen van waterkwaliteit en oeverstructuur.
De Otter wordt beschouwd als paraplusoort, veel maatregelen die voor otter worden genomen komen dan ook ten goede aan tal van andere soorten, waaronder zeker ook boommarters.